Hoe gebruik je een brandblusser?

1. Bevestig snel voor gebruik (5 seconden om te bepalen of de brand onder controle is):
Dit geldt alleen voor branden in een vroeg stadium (de vlamhoogte is kleiner dan uw lengte en heeft het plafond nog niet bereikt). Als het vuur zich heeft verspreid en dikke rook de weg blokkeert, stop dan onmiddellijk met het blussen, buig voorover en maak een handdoek nat om te ontsnappen!

Is de Brandblusser operationeel?
Controleer de manometer: de naald moet in de groene zone staan ​​(rood = storing, geel = gevaar voor overdruk). Controleer of de veiligheidsspeld niet is verroest en of het mondstuk niet is gebarsten.

2. Bedieningsmethode in vier stappen (met als voorbeeld een droogkruitbrandblusser):
Vasthouden: Houd de blusser met één hand bij het handvat vast (houd het mondstuk niet vast!) en ren snel tegen de wind in van het vuur.
Houd een veilige afstand van 3-5 meter aan (meer dan 5 meter bij oliebranden).

Verwijderen: Verwijder de metalen veiligheidspin (trek hard om de loden verzegeling te verbreken en schud deze om deze te verwijderen).
De drukhendel is vergrendeld en kan pas worden ingedrukt nadat de veiligheidspin is verwijderd.

Doel: Houd met één hand de metalen buis aan de voorkant van het mondstuk vast (om bevriezing/verbranding te voorkomen) en ondersteun met de andere hand de onderkant van de blusser. Buig voorover en houd uw lichaam laag, vermijd de rook. Richt het mondstuk op de onderkant van de vlam (niet op de bovenkant!).

Druk: Druk de drukhendel stevig in en veeg naar links en rechts om verder te gaan.
Bij oliebranden: Veeg vanaf de rand naar het midden om oliespatten te voorkomen.
Bij elektrische branden: Schakel de stroom uit voordat u de brand blust, waarbij u een veilige afstand van minimaal 1 meter aanhoudt.

3. Belangrijke veiligheidsprincipes
Eerst ontsnappen
Als de brand na 30 seconden blussen niet onder controle is, vlucht dan onmiddellijk
Zorg bij het blussen van een brand voor een vrije vluchtroute (kijk weg van de uitgang)

Geen risico's
Gaslekbrand: Sluit de klep voordat u de brand dooft. Als de klep defect raakt, moet u onmiddellijk evacueren
Chemische branden (magnesium, natrium, enz.): Gebruik geen gewone brandblussers; bedek met speciaal zand en aarde

Maatregelen ter voorkoming van herontsteking
Blijf nog 2 seconden spuiten nadat de vlam is gedoofd om het brandende materiaal af te koelen → Inspecteer grondig op verborgen ontstekingspunten (zoals watten, zaagsel, etc.)

4. Dagelijkse onderhoudsinstructies
Maandelijkse inspectie: druk, loden afdichtingen, spuitmond en flescorrosie
Regelmatige inspectie: Brandblussers op basis van droog poeder/water worden eerst 5 jaar na productie geïnspecteerd, daarna elke 2 jaar; CO2-brandblussers ondergaan elke 5 jaar een waterdruktest
Afkeuringscriteria: Ernstige roest, vervorming, abnormale druk of meer dan 3 reparaties